Trinidad en Tobago (T&T) is in de eerste plaats een op olie en gas gebaseerde economie met downstreamindustrieën zoals methanol, ureum, ammoniak en ijzerhoudend staal. Het is de grootste exporteur van methanol en ammoniak naar de wereld en de op één na grootste exporteur van vloeibaar aardgas (LNG) naar de Verenigde Staten van Amerika (VS).
Een internationaal bedrijf, gevestigd in Houston, Texas, VS, dat olie- en gaseigenschappen evalueert en onafhankelijk aardoliereserves certificeert, heeft onlangs zijn in opdracht gegeven rapport ingediend, waarin wordt aangegeven dat het niveau van de bewezen aardgasreserves in T&T is gedaald tot een nadelig niveau. De regering van Trinidad en Tobago heeft besloten dat het voor de toekomstige economische duurzaamheid en sociale stabiliteit van het grootste belang is dat de op gas gebaseerde economie wordt gediversifieerd om alternatieve wegen voor buitenlandse investeringen mogelijk te maken, waardoor de handel kan toenemen en de industriële groei kan worden voortgezet.
Een van de belangrijkste gebieden die zijn voorgesteld is de verdere ontwikkeling en uitbreiding van de scheepsbouw- en scheepsreparatie-industrie. Trinidad houdt zich al meer dan 100 jaar bezig met de commerciële reparatie van kleine vaartuigen zoals sleepboten, duwbakken en offshore bevoorradingsschepen, hoofdzakelijk in Chaguaramas, in het noordwesten van Trinidad. Een van de voorgestelde locaties voor de verdere ontwikkeling van deze ontwikkeling is de nieuwe havenuitbreiding van LABIDCO en Union Industrial Estate, beide gelegen in La Brea, Zuidwest Trinidad, een gebied dat vroeger werd voorgesteld voor de vestiging van een aluminiumsmelterijcomplex. Dit gebied is ideaal wegens de bestaande diepwaterhaveninfrastructuur, de beschutte waterkant van de Golf van Paria, het beschikbare landareaal en de plaatselijke bekwaamheden op het gebied van lassen en staalfabricage.
Hoewel de maritieme industrie van Trinidad en Tobago de afgelopen 25 jaar moeilijke tijden heeft doorgemaakt, moet zij als een vitale strategische troef worden beschouwd. De industrie zou met de vestiging van nieuwe scheepswerven werk bieden aan meer dan 4.000 hooggeschoolde werknemers en zou een aantal van de best betaalde banen in de verwerkende industrie creëren. Deze feiten worden vaak over het hoofd gezien omdat scheepsreparatie- en scheepsbouwactiviteiten uit de aard der zaak in sommige plattelandsgemeenschappen moeten plaatsvinden (b.v. Chaguaramas, La Brea en Point Fortin, met Port of Spain als enige opmerkelijke uitzondering). Hoewel hun huidige bijdrage aan de economie van Trinidad en Tobago – direct of indirect – gering is, hebben de scheepswerven een grote invloed op de algemene economische situatie, zowel in eigen land als wereldwijd.
De situatie waarmee de regering nu wordt geconfronteerd, moet worden gezien als een kans – een kans “om een scheepsbouw- en reparatiesector van wereldklasse te ontwikkelen”, een kans om de economie te diversifiëren ten opzichte van de energiesector. De Shipbuilding and Repair Development Company of Trinidad and Tobago Limited dringt er bij de regering met klem op aan alle aspecten van deze belangrijke sector in overweging te nemen en vertrouwt erop dat zij de geschetste plannen op adequate wijze zal steunen en helpen uitvoeren.